Nederlands

De mediaoorlog tegen Venezuela: ook MO* doet rustig mee

We hadden het voorspeld: in 2012 - het jaar van de presidentsverkiezingen in Venezuela - zou de mediaoorlog tegen president Hugo Chávez nog verder uitgebreid worden. Dat de mainstream media hier gewillig aan meedoen verwondert ons niet. Maar wanneer zogezegd “linkse” tijdschriften en journalisten in hun spoor volgen dan hebben we toch ernstige bedenkingen. Zo vond Alma De Walsche het nodig om volgend artikel in MO* te schrijven: http://www.mo.be/artikel/de-duistere-toekomst-van-de-bolivariaanse-revolutie

Handen Af van Venezuela wil hierbij reageren op de misverstanden, gekleurde berichtgeving en soms zelfs onwaarheden die De Walsche de wereld instuurt.

De ziekte van Chávez

Chávez is ziek. In juni 2011 krijgt hij gezondheidsproblemen tijdens een staatsbezoek in Cuba. Er wordt een abces in de bekkenholte vastgesteld en een operatieve ingreep is nodig. Verder onderzoek wijst echter uit dat er een kwaadaardige tumor aanwezig is ter grootte van een honkbal en er volgt een tweede operatie, nog dezelfde maand. Als nabehandeling volgt chemotherapie. Na die behandeling wordt Chávez kankervrij verklaard, er is geen uitzaaiing en er zijn geen organen aangetast. Maar de kanker is hardnekkig en keert in februari 2012 terug, op exact dezelfde plaats in de bekkenholte, een tumor die nu 2 cm groot is. Er volgt een nieuwe succesvolle operatie en opnieuw wordt vastgesteld dat het gezwel goed gelokaliseerd is en dat de organen in de nabijheid niet aangetast zijn[i]. Radiotherapie is nodig als nabehandeling en op dit ogenblik – 10 mei 2012 – volgt hij zijn (voorlopig) laatste kuur in Cuba.

Het volledig verloop van Chávez’ ziekte werd op een transparante manier gecommuniceerd door de regering en Chávez zelf. Waar zouden we anders de gegevens hierboven vandaan halen? Maar volgens De Walsche is dat niet zo. Wil ze horen dat er een bepaald orgaan aangetast is, terwijl dat niet het geval is? In de bekkenholte zitten organen, en als die niet aangetast zijn, wat duidelijk gecommuniceerd werd, dan zat het gezwel in de bekkenholte maar niet in één van de organen. Hoe kan dat nog verder gespecificeerd worden? Maar neen, De Walsche meent te weten dat “het niet te ontkennen valt dat de commandant er erger aan toe is dan hij zelf laat doorschemeren”. Pure subjectieve speculatie met als doel onrust en paniek te zaaien, in de stijl van de rechtse oppositiepers. En als u kan tellen, mevrouw De Walsche, dan zou u moeten weten dat Chávez twee keer een kwaadaardige tumor liet verwijderen en geen drie keer.

We willen ook de ziekte van Chávez niet minimaliseren. Zijn toestand baart ook ons zorgen, en dat de tumor terug kwam, was zeker geen goed nieuws. Er is echter er geen enkele reden om te concluderen dat de president terminaal ziek zou zijn, er zijn geen uitzaaiingen, noch zijn er organen aangetast. En zolang dat zo blijft is er een grote kans op volledig herstel.

De verkiezingscampagne zou volgens De Walsche gedomineerd worden door de speculaties over Chávez’ gezondheidstoestand en niet door partijprogramma’s of de dagelijkse problemen van de Venezolanen, zoals onveiligheid, corruptie, werkloosheid en hoge inflatie. Vooraleer hier verder op in te gaan, mogen we niet vergeten dat de president zijn verkiezingscampagne door zijn ziekte niet optimaal kan voeren. Hij zou nu met zijn campagne door het land moeten trekken, maar zijn ziekte belet dat.

De partijprogramma’s en de problemen van de Venezolaan

Chávez is en blijft wel degelijk van dichtbij betrokken bij de partijprogramma’s, de (vele nieuwe) projecten en de invoering van nieuwe wetten, zelfs als hij in Cuba verblijft. Het zou ons te ver leiden om hier verder in detail te gaan. Zie die willen (en Spaans spreken) kunnen het volgen op zijn blog[ii].

De problemen van de Venezolaan dixit De Walsche: onveiligheid, corruptie, werkloosheid en hoge inflatie.

Onveiligheid

De Walsche heeft hier een punt: de misdaadcijfers zijn hoog in Venezuela. Wat De Walsche niet vermeldt is dat het geen typisch fenomeen voor de regeerperiode van Chávez is. De explosieve stijging van de misdaadcijfers (153% over 10 jaar tijd) begon in het begin van de jaren ’90 van de vorige eeuw, tijdens de rechtse dictaturen. Ook weet ze niet – of verzwijgt ze - dat in de districten of staten waar de oppositie de plak zwaait de criminaliteit vaak sterker stijgt dan in diegene met een PSUV-bestuur, waar er in sommige gevallen zelfs sprake is van een daling[iii]. De oppositie heeft er namelijk alle belang bij dat de criminaliteit hoog blijft, om zodoende Chávez als schuldige aan te wijzen. Dankzij de invoering van de Nationale Bolivariaanse Politie, die enkel actief is in Caracas, daalde de criminaliteit met 53% in de hoofdstad in de eerste helft van 2011[iv]. En het is inderdaad ook zo dat 52,9% van de Venezolanen de onveiligheid als grootste probleem ervaart,  maar weer “vergeet” De Walsche er bij te vertellen dat 51% de maatregelen van de regering tegen criminaliteit waardeert[v].

De zogezegde link tussen de regering en de vermeende Fuerzas Bolivarianas de Liberación is een verzinsel dat verspreid werd door oppositiekrant Ultimas Noticias – niet toevallig in handen van de familie Capriles van de presidentskandidaat voor de oppositie – en de beweringen werden weerlegd door verschillende sociale bewegingen[vi]. Maar natuurlijk trapt ook De Walsche in de val en gaat ze er automatisch van uit dat het de waarheid is. Volgens ons wordt het tijd dat u andere kranten gaat lezen, mevrouw De Walsche, of toch op zijn minst de achtergrond en de geloofwaardigheid van uw bronnen natrekt. Maar misschien is het gewoon beter dat u helemaal niets meer over Venezuela leest, laat staan erover schrijft.

Corruptie

Corruptie is een wereldfenomeen en inderdaad ook nog steeds problematisch in Venezuela. Maar ook hier zou het eerlijker geweest zijn erbij te vermelden dat het niet expliciet een probleem is van de Chávez-regering. Oppositiekandidaat Capriles was zelf betrokken bij corruptieschandalen[vii].

Ook  sommige staatswinkels (mercales) kampen met corruptieproblemen, maar de voedseltekorten, die u in uw artikel aanhaalt, werden vooral veroorzaakt door het privébedrijf Polar (in handen van de familie Mendoza, fanatieke tegenstanders van Chávez)[viii].

Werkloosheid

We beginnen ons toch stilaan af te vragen met welke Venezolanen u gesproken heeft, mevrouw De Walsche. In december 2011 was het werkloosheidspercentage in Venezuela 6,5% (14,5% in 1999) en de regering heeft als doel gesteld het te doen dalen tot 3% in 2018[ix]. Zullen we daar de cijfers van Europa of van de VS eens naast leggen? Verdere commentaar is hier echt overbodig.

Hoge inflatie

Venezuela is vooral afhankelijk van olie-export en geïmporteerde goederen en daarom traditioneel gevoelig voor inflatie. Vele bedrijven zijn nog steeds in handen van de plaatselijke privéondernemers. De burgerij investeert zeer weinig en ontwikkelt de economie niet. Het is een onproductieve en speculerende burgerij. Dit is een historisch gegeven in Venezuela.

Maar het is nu juist de verdienste van de Chávez-regering dat die inflatie onder controle blijft, of zelfs daalt. De inflatie in de periode februari 2011 tot januari 2012 was 3,4% lager dan het jaar daarvoor. Tijdens de regeerperiode van Chávez is de gemiddelde inflatie 22,4%. De inflatie ten tijde van de dictaturen was respectievelijk 45% (Carlos Andrés Pérez 1989-1994) en 60% (Rafael Caldera 1994-1998)[x].

Bovendien zorgt de regering ervoor dat de koopkracht zo goed als niet in het gedrang komt. Deze is tussen 1999 en 2009 zelfs met 18% gestegen[xi]. Dit wordt onder andere verwezenlijkt door prijscontrole over een hele reeks producten, sociale uitkeringen, goedkope leningen, gratis onderwijs, gratis medische zorgen en regelmatige loonsverhogingen. Zo wordt het minimumloon in 2012 verhoogd met 32,25%, waardoor het het hoogste in Latijns-Amerika wordt[xii].

Maar ook dit alles zal De Walsche wel ontgaan zijn.

In Venezuela heeft de regering Chávez al ingezien dat koopkracht de motor van de economie is. Nu Europa nog.

Het verval van Barrio Adentro?

Barrio Adentro is het gratis gezondheidsprogramma van de Venezolaanse regering in samenwerking met Cuba. Volgens De Walsche ligt dat op apegapen.

Om dit te weerleggen kunnen enkele cijfers volstaan:

Op 17 april 2012 waren er 12.898 Cubaanse en Venezolaanse dokters, 4.595 tandartsen en 7.772 verpleegsters actief in het Barrio Adentro project. Er waren 6.702 chirurgische centra, 551 diagnosecentra, 580 revalidatiecentra, 33 hoogtechnologische centra, en 459 oogartsencentra.

Tijdens onze veelvuldige reizen naar Venezuela hebben we verschillende van deze centra bezocht. En diegene die we gezien hebben waren allemaal nieuwe, moderne gebouwen met een zeer goede accommodatie. We konden er ook praten met dokters en patiënten, en allemaal waren ze zeer tevreden.

De laatste negen jaar waren er 745.078.000 consultaties, waarvan 36 miljoen voor een optometrisch onderzoek en 676.790 mensen hebben een oogoperatie ondergaan. 50.000 patiënten ondergingen een behandeling in Cuba. 80.900 Cubanen hebben al in Venezuela gewerkt als onderdeel van het project en op dit ogenblik zijn er 31.331 in het land, waaronder tandartsen, optometristen en sportartsen[xiii].

De economie

De Walsche zegt dat het niet zo goed gaat met de Venezolaanse economie. En deels klopt dat ook wel. Ook Venezuela heeft te lijden onder de crisis. Er wordt ook enorm veel geïnvesteerd in de sociale projecten, wat ertoe leidt dat de netto opbrengsten voor de staat minder hoog zijn dan in andere landen, waar het welzijn van de bevolking van minder of zelfs geen belang is. Laat ons ook niet vergeten dat het einddoel van een socialistische maatschappij het welzijn van de bevolking is, en niet de winsten van een elitaire groep.

Toch is er beterschap in zicht: het BBP steeg in 2011 met 4% en de voorspellingen voor 2012 zien er goed uit[xiv].

Het is juist dat Venezuela nog steeds te veel producten moet importeren. De regering weet dat ook en er werden al projecten opgestart en strategieën bedacht om dit op te lossen[xv]. Er zijn nieuwe projecten om minder afhankelijk te worden van de import van voedsel[xvi].

Volgens De Walsche zou de Venezolaanse oliemaatschappij (PDVSA) in de problemen zitten. Nochtans stegen de inkomsten van de PVDSA in 2011 met 42%[xvii]! In een land dat de grootste oliereserves ter wereld bezit is het ook vrij logisch dat de petroleumindustrie de belangrijkste is. Toch heeft De Walsche ergens gelijk dat dit risico’s met zich meedraagt. Maar dat de Venezolaanse industrie er steeds meer afhankelijk van wordt klopt niet. Zo zijn er de nieuwe investeringen in wetenschap en technologie[xviii] en wordt er steeds meer geïnvesteerd in andere sectoren en industrievormen. Zo groeide de financiële sector met 11,2%, de handel met 6,6% en de sector van energie- en watervoorziening met 5,5%[xix]. In de energiesector werden trouwens de eerste stappen gezet naar de uitbouw van een alternatief energienetwerk (zonne- en windenergie[xx]).

Het is trouwens ook bijzonder kleinzielig van De Walsche om naar het energietekort in 2010 te verwijzen. Venezuela was toen voor 80% afhankelijk van waterkrachtcentrales en door de extreme droogte was er niet genoeg water voorradig in de stuwmeren. Interne sabotage van aanhangers van de oppositie binnen de elektriciteitsbedrijven hebben ook bijgedragen tot deze tekorten. Ondertussen zijn vele van deze problemen opgelost vanwege de extra investeringen in de energiesector, de initiatieven van arbeiders en gemeenschapscontrole in Corpoelec, het openbare energiebedrijf[xxi].

Als het economisch dan toch zo slecht gaat met Venezuela, hoe komt het dan dat het te besteden nationaal budget voor 2012 met 43% steeg ten opzichte van 2011? Hoe komt het dan dat gedurende de Chávez periode de gemiddelde staatschuld ten opzichte van het BNP slechts 29% was[xxii]? Ter vergelijking: in België flirt men nog steeds met de 100%.

Venezuela betaalde bovendien al zijn schulden bij het IMF af, waardoor het zich bevrijdde uit deze imperialistische wurggreep.

De Venezolaanse economie heeft problemen gekend, en nog steeds moeten er dingen veranderen. Maar het gaat wel de goede richting uit. Zoals in de rest van haar artikel vermeldt De Walsche ook hier enkel de “duistere” kant.

Democratie

De Walsche vindt het ook nog nodig het democratisch gehalte van de Venezolaanse regering in vraag te stellen. Is ze dan vergeten dat er tijdens de Chávez-periode tot op heden in totaal 16 verkiezingen geweest zijn (nationale, regionale, parlementsverkiezingen en referenda) waarvan Chávez er 15 won? Is ze dan vergeten dat er bij veel van deze verkiezingen internationale controle aanwezig was, en dat de correctheid en transparantie geprezen werden. Weet ze dan niet dat er in Venezuela een echte participatieve democratie bestaat, met volkscomités, coöperatieven en fabrieken onder arbeiderscontrole? In welk ander land kunnen we spreken van een participatieve democratie?

Bovendien is de weerzinwekkende verwijzing naar het stalinisme een regelrechte belediging aan het adres van de Venezolaanse regering en het volk, in echte oppositiestijl. Chávez neemt duidelijk afstand van het Sovjetmodel en heeft in niet mis te verstane woorden gezegd dat het niet kan werken in Venezuela[xxiii].

Capriles en de oppositie

De Walsche gebruikt de term “Venezolaanse lente?” als ze over Capriles schrijft en heeft helemaal niet begrepen waar Capriles echt voor staat. Daarom leggen we het hier nog eens uit:

Henrique Capriles Radonski is een in Caracas geboren Venezolaan. Van 2000 tot 2008 was hij burgemeester van Baruta, een rijke buurt ten oosten van Caracas. Hij is nu gouverneur van de staat Miranda. Hij werd verkozen als kandidaat voor de oppositie, die verenigd is onder de MUD (Mesa de Unidad Democrática, de Verenigde Democratische Tafel).

Capriles is een sterk voorstander van de vrijemarkteconomie, verpakt in een sociaal jasje om sociale onrust te voorkomen. Zijn campagne is gebaseerd op vage beloftes voor “een beter Venezuela”.

Hij stelde regelmatig de interventies van de regering in de strategische sector van de economie in vraag.

Capriles is zoon van een rijke familie. De familie langs moeders kant (Radonski) is eigenaar van de grootste private bioscoopketen in Venezuela (CINEZ). De Capriles (langs vaders kant) zijn eigenaar van verschillende private mediakanalen (Cadena Capriles). Zij investeren grootschalig in de Venezolaanse private voedingsindustrie.

Door de rijkdom van zijn ouders kon Capriles studeren in de duurste privé-universiteiten van Caracas, in Italië en in de VS.

In 1998 huurde Capriles een appartement in Maracaibo (hoofdstad van de staat Zulia) om zodoende een zetel voor de Christendemocraten (COPEI) te winnen in het laatste Congres van de 4de Republiek (1998). Een jaar nadat Chávez de verkiezingen won (1999) vormde hij samen met enkele andere leden van de oppositie een nieuwe partij (Primero Justicia), met basis in en rond Caracas. De partij ontving aanzienlijke financiële en strategische steun vanuit de VS. In 2001 was Primero Justicia de grootste begunstigde van VS-organisaties die fondsen leveren voor de “training” van de oppositie in Venezuela. Twee jaar later was Primero Justicia uitgegroeid tot een kleine nationale partij.

Tijden de staatsgreep van april 2002 haalde Capriles de krantenkoppen nadat hij op illegale wijze over de muur van de Cubaanse ambassade geklommen was. De ambassade is gelegen in Baruta, de gemeente waar Capriles burgemeester was en het ambassadepersoneel had het kantoor van Capriles gebeld voor politiebijstand. Een woedende menigte had namelijk de water- en elektriciteitstoevoer naar de ambassade afgesneden en dreigde de ambassade te bestormen. In plaats van de belegerde diplomaten te hulp te komen, vervoegde Capriles de menigte en klom over de muur, in achtervolging van regeringsmedewerkers van Chávez, waarvan de golpisten dachten dat ze een veilig onderkomen in de ambassade hadden gezocht. Hij zette de Cubaanse ambassadeur (Sánchez Otero) onder druk om vicepresident (Diosdado Cabello) en andere medewerkers van de Venezolaanse regering uit te leveren. Hoewel de ambassadeur wel met Capriles wou praten, maakte hij hem ook duidelijk dat hij de diplomatieke wetten overtrad. Capriles zei tegen Otero dat de situatie nog zou verergeren als hij geen toelating voor een huiszoeking kreeg. Toen de ambassadeur niet toegaf, verliet Capriles het domein en liet het ambassadepersoneel aan zijn lot over, terwijl buiten de dreiging van de menigte toe bleef nemen. Gelukkig braken er spoedig massale pro-Chávez protesten uit waardor de situatie keerde.

Capriles, sinds 2008 gouverneur van de staat Miranda, heeft het moeilijk om zijn op de vrije markt gebaseerde welvaartsideologie te verdedigen ten opzichte van de breed uitgebouwde en massale sociale projecten van de Bolivariaanse Revolutie. Zijn campagne: “Er is maar één weg”, die oplossingen belooft voor “alle problemen in Venezuela”, biedt geen concrete vooruitzichten. “Om de kosten te drukken”, probeert Capriles uit te leggen, “moeten we dit model, waarbij de Staat alles bezit en alle macht naar zich toetrekt zonder kansen aan te bieden, veranderen”.

Hij ziet daarbij over het hoofd dat de Staat helemaal niet “alles” bezit en dat dat ook niet de bedoeling is. Ook negeert hij het feit dat het BBP dit jaar met 4% steeg en trekt de juistheid van de cijfers, die door de Venezolaanse Centrale Bank werden vrijgegeven, in twijfel. Capriles heeft echter geen cijfers die zijn twijfels kunnen bevestigen.

Er loopt ook nog een rechtszaak tegen Capriles waarin hij beschuldigd wordt van fraude en administratieve corruptie. Hij zou contracten aangeboden hebben aan bedrijven die onderdeel zijn van zijn eigen imperium. Bovendien zou hij, samen met de burgemeester van Miranda gelden, die bestemd waren voor de lonen van arbeiders, verduisterd hebben. De aanklacht wordt gesteund door meer dan 2000 arbeiders.

Capriles zegt dat hij geen imperialist is. En dat is hij ook niet. Obama en Cameron, bijvoorbeeld, zijn imperialisten. Capriles is slecht een marionet, een lakei van de imperialisten. Hij is een pro-imperialist. Wat heeft hij ooit gezegd over de imperialistische dreiging tegen Venezuela? Hij die zo graag over de mensenrechten praat, wat heeft hij gezegd over de schendingen in Guantánamo, over de geheime gevangenissen van de CIA in Oost-Europa, over de volkerenmoorden in het Midden-Oosten? En wat met de aanvallen tegen de PDVSA (Venezolaanse Petroleummaatschappij in handen van de staat), of de blokkade tegen Cuba, de recente militaire dreiging tegen de Falklands? Het deert Capriles allemaal niet.

Capriles noemt zichzelf progressief, centrumlinks, en zweert bij de Lula-formule. (Lula is voormalig president van Brazilië). En hierin zit namelijk het gevaar. Er is geen enkele aanwijzing dat Capriles ook maar een beetje progressief zou zijn, integendeel: hij is een kleinburgerlijke aanhanger van de rechtse oppositie, dezelfde oppositie die destijds de fascistische staatsgreep plande en uitvoerde, met behulp van de VS. Valter Pomar, secretaris van Binnenlands Zaken in Brazilië en lid van de partij van Lula (PT), reageerde trouwens al op het zogenaamde “lulisme” van Capriles en zei dat elke vergelijking tussen Capriles en Lula belachelijk is. Ook Pomar noemde Capriles een aanhanger van de rechtervleugel, die zich vermomt als een centrumlinks figuur om toch maar een kans te maken de verkiezingen te winnen. Als men Lula met iemand wil vergelijken, dixit Pomar, dan moet men hem met Chávez vergelijken. Hij zei ook nog dat de PT de kandidaat van de Bolivariaanse Revolutie steunt[xxiv].

En die vermomming, dat masker dat Capriles opzet, is niet meer dan een smerige truc om Chávez-aanhangers naar het andere kamp te halen.

Laat ons ook nog vermelden dat de oppositiepartijen zeer verdeeld zijn, en steeds ruzie maken over posities. Ze maken afspraken achter gesloten deuren, om elkaar daarna te verraden. Toch beseffen ze wel dat ze één en dezelfde kandidaat moeten steunen om een kans te maken tegen Chávez. Omdat ze niet tot een akkoord kwamen, organiseerden ze voorverkiezingen.

Na afloop van de voorverkiezingen loog de oppositie over het aantal stemmen dat werd uitgebracht, om toch geloofwaardig over te komen, om Capriles een sterkere startpositie te geven voor de verkiezingen van oktober, om hem meer legitimiteit te geven.

Hoewel de oppositieaanhangers steeds de CNE (Nationale Electorale Raad) beschuldigen van gebrek aan neutraliteit, maakten ze nu zelf gebruik van de organisatie om hun voorverkiezingen te organiseren. Terwijl ze openlijk schreeuwen dat de regering een politiek van onderdrukking voert, mochten ze zelf hun eigen voorverkiezingen organiseren, campagne voeren (meestal gebruik makend van leugens en verdraaiingen), en mochten ze stemmen op een manier die zij verkozen. Om de fraude die ze pleegden te begrijpen, moeten we de rol van de CNE in de voorverkiezingen verklaren. De CNE is een onpartijdig instituut dat alle publieke verkiezingen begeleidt. Vakbonden en alle politieke partijen kunnen gebruik maken van deze diensten. De CNE leverde de stemcomputers en dataverwerking, maar de MUD verkoos zelf de eindresultaten te bepalen en openbaar te maken.

Volgens de MUD stemden er bijna 3 miljoen mensen en kreeg Capriles 62% van de stemmen (1,8 miljoen). Er zijn verschillende redenen waarom dit onmogelijk is:

De MUD gebruikte minder dan 8000 stemcomputers en een eenvoudige berekening, waarvan wij u de details besparen, bewijst dat er nooit zo veel mensen gestemd kunnen hebben in de beschikbare tijd. Bovendien kregen we persoonlijk berichten uit verschillende plaatsen in Venezuela dat er zeer weinig mensen op straat waren, tijdens de openingsuren van de stembureaus. Bij nationale verkiezingen is er dan altijd een enorme drukte, maar daar was nu geen sprake van, en vele stemlokalen waren zo goed als leeg. Ter vergelijking: bij de interne verkiezingen van de PSUV (regeringspartij) in 2010 werden er “slechts” 2,5 miljoen stemmen geteld, verspreid over meer dan 13000 stemcomputers.

Om meervoudig stemmen van één en dezelfde persoon te voorkomen wordt in Venezuela onuitwisbare inkt gebruikt. De stemgerechtigde dompelt dan zijn vinger in deze inkt na het uitbrengen van zijn stem. Ook machines, die vingerafdrukken lezen, kunnen ingezet worden. De MUD wenste geen gebruik te maken van deze machines en inktmethode was slechts optioneel.

Op TV gaf Maria Machado, die derde eindigde, haar nederlaag al toe vóór de bekendmaking van de resultaten, waarna de presentator van het programma haar verbaasd aankeek, haar onderbrak en snel overschakelde naar een andere gast. Toch wel een vrij verdachte gebeurtenis.

De MUD heeft nu alle bewijsmateriaal dat de fraude zou kunnen bevestigen verbrand, hoewel het Hoog Gerechtshof hen bevolen had al het kiesmateriaal over te dragen aan het RP (Republikeins Plan). Dit bevel was er gekomen na een aanklacht van een oppositielid (Rafael Velásquez) dat zijn twijfels had over de resultaten. Velásquez zei dat hij een stemlokaal in de gaten gehouden had, en dat er meer stemmen dan stemgerechtigden waren. Nog twee andere oppositiekandidaten hadden ook klachten gedeponeerd. Het Hoog Gerechtshof had daarom de MUD 24 uur de tijd gegeven om de materialen te overhandigen, maar toch werden deze verbrand. In typische oppositiestijl was het niet duidelijk wie er nu precies wat verbrand had. In Aragua liet zelfs een man het leven toen manifesten de verbranding van het electoraal materiaal probeerden tegen te houden, en in het tumult met de politie raakte een man onder een politieauto. Vier personen werden gearresteerd. Nadien vertelde de MUD dat de verbranding noodzakelijk was om de geheimhouding van de stemming te vrijwaren. De westerse pers maakte tot nu toe nog nergens melding van de ondemocratische gevolgen van de verbranding: de resultaten kunnen niet aangeklaagd, herteld of geverifieerd worden en er is geen enkele transparantie.

Waarnemers stelden ook vast dat aanhangers van Capriles zich schuldig maakten aan overtredingen tegen de kieswet: er werden pamfletten uitgedeeld en stemmen gekocht nabij stemlokalen. Volgens Diego Arria, een rivaal van Capriles, werden zijn uitspraken gecensureerd op het privé TV-kanaal Globovision ten voordele van Capriles.

De president van de electorale commissie van de MUD verkondigde dat campagnevoerders van Pablo Pérez loterijen organiseerden in de nabijheid van stemlokalen, waar men huishoudtoestellen zoals koelkasten kon winnen.

De Venezolaanse oppositiepers en de westerse pers vieren nu feest, zonder de resultaten van de voorverkiezingen in twijfel te trekken. Ze verklaren dat de oppositie duidelijk op één lijn staat, na een zeer grote opkomst en een “overweldigende” overwinning van Capriles. Niets is minder waar.

En dit is waar Capriles en de oppositie voor staan, mevrouw De Walsche, en niet voor een “Venezolaanse lente”.

Ons besluit

De eenzijdige, verdraaide en vaak zelfs leugenachtige berichtgeving over Venezuela in de westerse pers heeft als doel de Bolivariaanse Revolutie ernstige schade toe te brengen en Chávez uit het zadel te lichten. Maar als ook zogenaamd “linkse” journalisten (De Walsche) in zogezegd “linkse” tijdschriften (MO*) zich aan hetzelfde kwaad bezondigen, zal dat een extra negatieve impact hebben op de beeldvorming over Venezuela. Of het in het geval van De Walsche moedwil of onwetendheid is, zullen we nooit weten. Wat we wel zullen blijven doen is dit soort berichtgeving bestrijden en weerleggen daar waar nodig. Het is belangrijk dat de wereld het volledig verhaal achter Chávez en Venezuela kent, voor een betere toekomst voor Venezuela in het bijzonder en het internationaal socialisme in het algemeen!

Venceremos!

Patrick Hens

Medewerker Handen Af van Venezuela (België)